Algemene werkomstandigheden en installatieomstandigheden
♦ De hoogte van de installatieplaats is niet groter dan 2000m;
♦ De temperatuur van de omgevingslucht mag niet hoger zijn dan + 40C, ook niet hoger dan + 35C met in 24 uur, de ondergrens van de omgevingsluchttemperatuur is -5 ℃; De relatieve luchtvochtigheid op de plaats van installatie mag niet meer dan 50% bedragen als de maximumtemperatuur + 40 ℃ is; de hogere relatieve vochtigheid is toegestaan onder lagere temperatuur, bijvoorbeeld 90% bij 20 ℃. Het moet de maatregelen nemen op het product dat dauw optreedt vanwege de verandering van temperatuur;
♦ De vervuilingsklasse van de installatieplaats is 3;
♦ De contactor kan verticaal of horizontaal worden gemonteerd. Bij verticale montage is de helling tussen het gemonteerde oppervlak en de loodrechte plattegronden niet groter dan +30% (zie Afb. 1).